schobbig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: schobberig (Zuidwest-Drenthe)

  1. schurkend, last van jeuk hebbend

    De hond is zo schobbig, hie kun wel vlooien hebben (Drouwen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...