schoep -en, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: schoepe (Zuidwest-Drenthe), schoop (Midden-Drenthe)

  1. brede schop met opstaande rand

    Met grup oetmessen deden ij het bovenste met een vörk en het underste met een schoep (Sleen)

    De schoepe, vaak ook de strontschoepe, hef een platte bodem mit opstaonde kaanten van ong. 4 cm, is (Ruinerwold)

    Met de schoep schepten ze vroeger vaak èerpels op

    mit een iezern bek (Geesbrug)

    De schoop weur veul gebruukt um kaf te scheppen (Beilen)

    Zie ook:
  2. Wat hef hij schoepen van haanden

    Zie ook:
  3. schep(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Ieder schuppe is hier ook een schoepe (Fluitenberg)

    Zie ook:
  4. schoep

    An dat waterrad zit allemaol schoepen (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...