soort karn
Mien opoe haar een schommelkaarn, het was een grote vaarkaande kaarn, dai in vaar standers hung (Emmer Compascuum)
Een schommelkaarn is net een weig (Zeyen)
Een schommelkaarn zat in een liggend vat (Zuidwolde)
dikke vrouw(Kop van Drenthe)
Ze zeggen wel is tegen een dikke vrouw van schommelkaarn (Roderwolde)
schommel(gat)