schouwheer de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. persoon, 'die toezicht heeft op dammen, wallen, vaarten etc. van de markegenoten'

    De boeren meugden de neie en secure schouwheer niet arg; hij schouwde nogal vaak de waterlopen voel (Zwinderen)

    Bron: J. Pan, Drenthsche woorden en spreekwijzen. Assen 1848 Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...