schrander bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: schraander (Zuidwest-Drenthe)

  1. schrander, pienter

    Hij hef het wied eschöpt; as kiend was hij al zo schraander (Ruinerwold)

    zo schraan (Emmen)

    Dat is ain schrander kereltje (Valthermond)

    Die kinder kiekt er schraander oet (Hooghalen)

    Zie ook:
  2. scherp

    Een schrandere drank

    Bron: Drentsche Volksalmanak Zie ook:
  3. bits

    Een schrander wief

    schraan I

    Bron: Drentsche Volksalmanak Zie ook:
  4. (dva) schraal

    Een schrander jaor

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...