schranen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. pijn doen, schrijnen

    Het paosvuur schraant je in het gezicht (Sleen)

    Die schaafplekken schraant nog ofgemieterd (Hooghalen)

    Met fel oostenwind kan je het gezicht zo schranen (Ekehaar)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...