Ook: schromen (Kop van Drenthe)
sparen, ontzien
Die meinsen schreumt niks, die kan het niet schèlen, wat het kost
An de bouw van dat huus wordt niet eschreumd (Dwingelo)
Die wordt niet eschreumd, die mut wel anpakken (Ruinerwold)
Zie schreumt dat wicht niet (Mantinge)
Daor wordt neit an schroomd (Roden)