schrift
Zie schref schriften vol over vrouger (Gieten)
Hie hef nog een schoon schrift
handschrift
Ik kan an het schrift wel zien, dat hij dat eschreven hef (Ruinerwold)
papier
Hij hef hielwat op schrift ezet (Dwingelo)
Het steit op schrift, nou kan der neit meer an tornd worden (Eexterveen)
Zoiets moej op schrift zetten, anders giet het verleuren (Klazienaveen)
de bijbel
De domeneer kan mij nog meer vertellen, maor dat is niet naor de Schrift (Elim)
Het stiet in de Heilige Schrift (Erica)