Ook: schraiwen (Veenkoloniën), schreeuwen (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), schreiwen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), schrieuwen (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), schrouwen
schreeuwen
De vrouwe stund achter het huus en schrouwde: Het èten is klaor (Hoogeveen)
Hij schrouwde moord en braand (Dwingelo)
Wat schruwt die krèeien (Sleen)
Een schrouwokster en een oel schrouwt, en gaanzen ok (Roderwolde)
Hèur de hoender ies schruwen, wij kriegt wind (Sleen)
huilen
Muj um zo'n klein splintertien zo schrouwen (Ruinerwold)
Aj valt, hoej niet zo te schrouwen (Hollandscheveld)
Dat kind schreift de heile dag (Barger Oosterveld)
Zai schraift van hellighaid (Valthermond)