schop, trap
Hie hef mij een schup veur de kont geven (Sleen)
in de kont... (Valthermond)
Hij kreeg met het voetballen een schup veur de schienen (Hooghalen)
Hij is gien schup veur het gat wjèerd
Umdat hij vrögger niet genog schuppen onder het gat had hef, is hij zo klein bleven (Hoogeveen)
Ik had hum oet goudigheid holpen en kreeg nog een schop nao