schurk -en, de, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: schörk (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. schurk

    Dat is een grote schurk, die is het ophangen nog niet wèerd (Sleen)

    De grootste schurk hef het mooiste pakkie an (Roswinkel)

    Hij kan praoten, ie zulden de haanden der an warmen, mar aj hum beter kennen, is het een grote schur (Nieuw Amsterdam)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...