schussel -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: achterscheutsel, scheufsel, scheusel (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), scheutel, scheutsel II, schotel (Kop van Drenthe), schottel (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe), schossel (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), schössel (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), scheutsel (Zuidwest-Drenthe)

  1. schietplank

    Een scheusel was een lange stok met an het einde een platte, brede plank, waor ie ongare stoeten met (Beilen)

    Zie ook:
  2. lang, dun, mager mens of dier(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat is dat een schussel, ...schossel van een pèerd

    Een schussel van een koe (Emmen)

    Zie ook:
  3. dom, onhandig persoon(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dat is mij ook een schussel! (Hoogeveen)

    Het is een goeie jong, mar een onhandige schussel (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...