seibelig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. slungelig lopend

    Loop toch niet zo seibelachtig (Emmen)

    Ie mut niet zo seibelig over de bienen gaon. Dat liekt jao niks, zoas ie loopt (Nijeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...