siepeltrien de
  1. enigszins vreemd, wat dom vrouwspersoon, kleinzielig, maar ook eigenwijs. Wordt ook als scheldwoord

    Een siepeltrien is wat een allerhande (Sleen)

    ...iene, die wat hie mit de haande opzet met de kont weer umgooit en daor verschrikkelijk over zeurt (Padhuis)

    is ein, die der wat in omdreumt (Roderwolde)

    Wat een siepeltrien van een wicht

    Zie ook:
  2. pop(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Mien grootva snee oet een stuk holt een poppekop mit een lange hals. Door weur dan een lief anmaakt (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...