sjofel bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. armoedig, sjofel

    Ze zult het wel niet bried hebben, want ze koomt er aordig sjofel uut

    Wat löp dat maagien der sjofel bij (Havelte)

    Hij zit sjofel in de kleren (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...