slaag de, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: slaog, slaoge (Veenkoloniën), slaeg(e) (Zuidwest-Drenthe Noord), slage (Zuidoost-Drenthe), slaog(e)

  1. aframmeling, slaag

    Hij hef een best pak slaag had (Hoogeveen)

    Hij het een goud pak slaog had (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. slecht weer(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wij kriegt een pak slaag

    want de maone hef een balke in de bek (Elim)

    *De mond maakt te doen dat het gat slage krig (Padhuis)

    Die de gekken taargt, hef slaog te wachten

    Bron: H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...