slagen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: slaogen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), slaegen (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. lijken op(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)

    Mij donkt det hij meer op zien va slaagt as op zien moe (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. grenzen aan(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Dat laand slag an mienend (Gieten)

    Zie ook:
  3. succes hebben, slagen

    Veur boschoppen moej in Coevern wezen; daor kuj goed slagen (Coevorden)

    Hij kan goud leren, hij slagt overal veur (Roswinkel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...