Ook: slange (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)
slang, reptiel
Der kröp een slange deur de heide (Meppel)
In de heide zitten vaok slangen (Schoonoord)
De meeste mensen hebt een hekel an slangen (Nijeveen)
bliksemschicht
Het is zwaor weer, het geeit met slangen de grond in (Zeyen)
de slangen gaon recht onderuut (Emmer Compascuum)
rubberslang etc.
Der mut nog een neie slange an de krane (De Wijk)
Barg die slang even op in de schuur (Padhuis)
slouwe