slaopmus de
  1. slaapmuts

    Der waren wal lu, die een slaopmus hadden (Sleen)

    Zie ook:
  2. borrel voor de nacht

    Wij wilt nog even een slaopmussie nimmen en dan gaow hen bedde (Drouwen)

    Een bulte meinsen neemt 's aovends vake een slaopmussie (Hoogeveen)

    Zie ook:
  3. slaapkop (zo, ti) ...

    dat aal die aandern slaopmussen wassen, die niet oet heur ogen zagen

    *As de hemel valt, kriew allemaol een blauwe slaopmusse

    Bron: H. Tiesing Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...