sloepen II onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord
  1. glijden, gezegd van te groot schoeisel

    De schounen binnen mai te groot, ze sloepen mai om de vouten (Norg)

    As de schoenen te groot bint, kuj der uut sloepen (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...