sloeries -en, de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: sloerie

  1. onbetrouwbaar, slonzig of zedeloos persoon, meestal een vrouw

    Een sloerie is een traag, slordig vrouwspersoon (Barger Compascuum)

    Der zat ok nog zo'n sloeries van een wief in de auto (Sleen)

    Die sloeries hef mij toen bedreugen

    Een sloerie(s) van een vent, die kek wat smoesterig toe en is niet gezien; een sloerie van een wief (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...