sluting -s, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe

Ook: sloeting (Zuidoost-Drenthe)

  1. sluiting

    Vrogger zaten der an een rok drukknoppies op de zied as sluting (Padhuis)

    Het is een mooie streng krallen, mar der zit gien sluting meer an (Hoogeveen)

    Het leste punt van de vergaodering is de sloeting (Gieten)

    Nao de sluting kwamen ze goed lös (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...