klap
Hij gooide de deure mit een smak dichte (Hoogeveen)
Hij kreeg een beste smak an de oren (Dwingelo)
Hij hef een beste smak maokt op het ies
grote hoeveelheid
Bij de verkoping was een smak volk (Oosterhesselen)
Hij hef der een beste smak geld veur betaald (Ruinerwold)