smarten onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: smaarten (Midden-Drenthe)

  1. pijn doen, schrijnen

    Het smart mij tus

    sen de teeien deur het zwiet (Dwingelo)

    Ik was vallen en har de kneeien rauw; het begunde slim te smarten (Eext)

    Het smart mij under de börst

    Zie ook:
  2. rotten, bederven(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wij moet dat gres even umgooien, want het aander gres

    begunt er under al te smarten (Hijken)

    Dai bonke mos der aaltied uut, want anders wol dat om dai bonke tou wel is begunnen te smarten

    smetten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...