smeugeln onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. een pijp roken

    Hai zit aan de piebe te smeugeln (Emmer Compascuum)

    Hai smeugelde de haile dag deur (Tweede Exloërmond)

    smeuken, smoken

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...