smoes smoezen, de
  1. Vaak verkl

    Zie ook:
  2. smoes, uitvlucht

    Hij har een goeie smoes bedacht; jammer dat ik er niet intrapte (Nieuw Amsterdam)

    Het smoesien is goed, maar het praotien deugt niet (Meppel)

    Glimmen van de smoesies

    Zie ook:
  3. geheime vrijerij met een meisje

    Dat ie nou nog met andere meiden in banderhoekies smoesies maokt

    Bron: H. Tiesing & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen Zie ook:
  4. waor men nooit gien smoezien met maoken kan en is een plezierig ogenblik deurbrengen kan

    Bron: H. Tiesing Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...