snötbel de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: snötte..., snotte..., snotter... (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. snottebel

    Dat kind lop aaid met een snötbengel under de neus (Eext)

    Zie ook:
  2. kwajongen(Kop van Drenthe)

    Wat een snötbel van een jong (Zuidlaren)

    Zie ook:
  3. vuil stukje glas in een fles

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...