snaak snaken, de, Midden-Drenthe

Ook: snaok

  1. snaak, persoon

    Het is een snaok. Hij kan het mooi zeggen (Roderwolde)

    Wat een vrömde snaak is dat

    Het is een geleerde snaak (Stuifzand)

    Het is een snaak Joris

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...