snaor IV bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: snaors

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak
  1. dun, tenger, slank

    Dat menschien is zo snaor, ij kunt hum wal deur een wanoor trekken (Padhuis)

    Het is mor zo'n snaore (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...