snarre -n, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: snar II, snare (Veenkoloniën), snar (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), snerre

  1. persoon met harde, schelle stem, vinnig

    Wat is dat een snare, aingaol de bek veuraan (Valthermond)

    Een snarre is een bits, vinnig, eigenwies en kribbig persoon (Geesbrug)

    hef een scharpe, harde stem (Sleen)

    snibbe

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...