snatern onovergankelijk, werkwoord, zwak

Spellingvarianten als bij: snater

  1. geluid maken door eenden

    Moej die enten ies heuren snaetern (Diever)

    Zie ook:
  2. druk praten, kwebbelen

    Op de neijaorsveziet wadden de vrouwlie zo an het snaotern, dat, de maanlie muzzen oet nood wel een (Eext)

    En mar snatern, kwebbeln en kilstern (Fluitenberg)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...