snibbel -s, de
  1. Vaak verklklein stukje

    Snie mij mor een snibbeltien spek of (Oosterhesselen)

    Van de lat möt nog een snibbel of (Dalen)

    Ik kom net een snibbeltien stof tekört (Padhuis)

    Door magst mie ook wel 'n snibbeltje van geven (Emmer Erfscheidenveen)

    snippel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...