sniggel -s, de
  1. persoon met verschillende eigenschappen

    Een sniggelie is een bijdehande, niet zo gemakkelijke vrouw (Borger)

    Het is een handige sniggel, die jong (Roderwolde)

    Dat is een pienter sniggel (Uffelte)

    een ondeugend sniggel (Anderen)

    Een kwaoie vrouw is een sniggel (Exlo)

    pegge

    miggel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...