snippeln overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën

Ook: snibbern, snibbeln II, snibbeln (Veenkoloniën), snippern (Midden-Drenthe)

  1. snipperen

    Wij moet de sniebonen nog snippeln (Beilen)

    Vrouger gung mien moetje eerpels snippeln en dan in de pan bakken (Eexterveen)

    Eerder mussen we de bieten veur de koenen altied snippern (Buinen)

    Zie ook:
  2. hard weglopen(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij snippelde der net tussenuut (Zuidwolde)

    snikkern

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...