neus
Maak joen snotdompe ies schone (Erica)
snotneus
Hij schöld mij uut veur snotdompe (Ruinerwold)
snottebel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die hef ok een mooie snötdompe an de neus hangen (Schoonoord)
snötbel
vervelend persoon(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Een snotdompe is een naar meinse (Hoogeveen)