snupen werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: snuipen (Kop van Drenthe), sneupen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), snoepen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. snoepen

    Hol toch ies op te snupen, het is veul beter daj een appel eet (Hooghalen)

    Zie ook:
  2. Dende hef ok snuupt

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...