sobben onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. soppen, plenzen

    Het sobt mij in de klompen (Padhuis)

    Wat sobt dit gruinlaand (Valthermond)

    De kinder zit in de plassen te sobben (Drouwen)

    soppen

    Zie ook:
  2. gezegd van een lucht die weersverandering aangeeft(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het sobt in de locht, wij kunt wel ies onweer kriegen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...