soeterig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: soetig (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. smerig, ongewassen

    Hest die wal waskerd? Kikst ja nog zo soeterig oet (Barger Oosterveld)

    Ik heb ain widde koord an mien jurk, mor hai is nou slim soeterig (Valthermond)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...