spaker(d) -s, de, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. grote knikker of ijzeren kogel

    Een spaker was zo'n grote, dikke knikker. Daor mus ie mit anpikken (Hollandscheveld)

    Een glazen spaker was hielemaole mooi (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. dikke kop

    Wat hef die vent een dikke spakerd! (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...