spatern onovergankelijk, werkwoord, zwak Bron: J. Poortman
  1. boos uitvallen

    Evert was kwaod en spaterde tegen hum op

    Zie ook:
  2. daveren(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Der wörde scheuten man, det het spaterde

    Toen ze mit vekaansie weggungen, règende het dat het spaterde (Broekhuizen)

    Bron: J. Poortman Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...