speuren werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe
  1. zoekend speuren

    Zie speurt in het archief naor heur veurgeslacht (Gasselte)

    Zie ook:
  2. het spoor volgen

    Ze kunden de inbreker speuren tot aan de grote weg (Noordscheschut)

    As der snei lig, gaot de manlu knienen sporen (Rolde)

    Zie ook:
  3. sporen

    De fiets trapt zo zwaor. Dat komp dat e niet meer speurt (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...