Spellingvarianten als bij: spiegel
spiegelen
De maon speigelt in het waoter (Roderwolde)
Der is niks gien wind; ij kunt je in het water wal spiegeln (Sleen)
een voorbeeld nemen aan
Je mouten je niet altied aan een aander speigeln (Eelde)
spelen, priegelen(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Eet de sukelao nou mar op; ie zit er al zo lange mit te spiegeln (Hoogeveen)
met spiegels onderzoeken
Zij hebt de riolering espiegeld (Hoogeveen)