spiek -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: spaeke (Zuidwest-Drenthe Noord), spaik (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), spaok (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), speeik (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), speik (Kop van Drenthe), speke (Zuidwest-Drenthe Zuid), spieke (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. spaak

    Hij kreeg een stok in de spieke en doe is hij lillijk onderstebaoven eduveld (Broekhuizen)

    Der zaten acht spaiken in een korrel (Zuidlaren)

    As een rad uut edreugd was, zaten de spieken der lös in (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...