spiering -s, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: spierink (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. spiering

    Hij is mit een spiering an het snoken vangen (Wapse)

    Zie ook:
  2. Een spiering uutgooien um een hèring wèer te vangen

    spek

    Zie ook:
  3. mager persoon(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het is zo'n spierink. Net ien, die het eten zöt en niet kreg (Oosterhesselen)

    spierling

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...