spietelijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: spietlijk (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), spietig

Bron: H. Tiesing & H. Tiesing
  1. jammer

    Het is wal spietelijk daj niet kommen kunt (Sleen)

    Het is wel spietig, mar het is nou ienmaol niet aanders (Geesbrug)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...