spits
Op de spits van de kerke stait een haone op (Emmer Compascuum)
Hij drif alles op de spits (Westdorp)
Hij mot altied de spits ofbieten, een ander dut nooit wat (Barger Oosterveld)
bijtstuk van een pijp(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Hij had de spits van de piepe deurbeten (Weiteveen)