spits
Wat zit daor een spitse punt an die stok (De Wijk)
Det löp spits toe (Hoogeveen)
Dende hef verrekte spitse ellebogen (Barger Compascuum)
Wat hef die een spits bekkien
Het is zo spits as een naolde (Klazienaveen)
speld (Zeyen)
vlimme (Zuidwolde)
kerktoren (Zwiggelte)
kikkerskontien (Sleen)
(fig.) scherp
Hij was spits in zien antwoorden (Zuidlaren)