splinter I -s, de
  1. schilfer, splinter

    Hij kreeg een splinter ien de doem (Diever)

    De splinters vleugen der of (Sleen)

    ...) en die splinter van een tel redt ze beide het leven

    Zie ook:
  2. Ik wil nog even naor de ontvanger

    want ik heb een splinter ien de rogge (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...