spoelen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: spolen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), spooulen (Midden-Drenthe), spoulen (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. op een spoel winden

    De draod van de mesiene knapt. Nou moo'k weer opnei spolen (Diever)

    Het gaoren weur spunnen en dan meteen spoeld (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...