sprikkel -s, de, Zuidwest-Drenthe

Ook: sprikkelholt

  1. tak, gebruikt als beugel aan een zeis

    Aj koren meien mussen, dan was het makkelijk aj der èven zo'n sprikkel andeden (Hollandscheveld)

    Die sprikkel an de zende is vake van dun Spaans reit (Fluitenberg)

    korenjager

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...